Oude Britse munten gevonden in veld bij Bunnik
3 februari 2025
Archeologen zijn enthousiast over de ontdekking van de zeer zeldzame schat met onder andere 44 gouden munten met de naam van Keltische koning Cunobelinus. De munten waren zeer waarschijnlijk oorlogsbuit van een Romeinse soldaat van de verovering van Groot-Brittannië.
De 44 gouden munten, bekend als staters, werden ontdekt samen met nog 360 Romeinse munten door twee amateurarcheologen met metaaldetectoren in een veld in Bunnik. De staters dragen de naam van de Britse Keltische koning Cunobelinus, die regeerde tussen 5 en 40 n.Chr. in het zuidoosten van Groot-Brittannië.
Een eerste analyse suggereert dat de munten opzettelijk in een ondiepe kuil van minder dan 30 cm diep zijn begraven en in een stoffen of leren zakje zijn bewaard. De hoeveelheid zou neerkomen op 11 jaar loon van een gewone Romeinse soldaat. De brede chronologische reikwijdte van de munten suggereert dat ze in één keer uit de circulatie zijn gehaald, wat overeenkomt met de buit van de vroege Romeinse verovering van Groot-Brittannië onder generaal Aulus Plautius (43-47 n.Chr.).
Mogelijk zijn de munten aan het leger uitgedeeld als een zogenoemd donativum, een geldgeschenk dat vaak aan soldaten in het Romeinse leger werd gegeven als beloning na een succesvolle veldtocht, aldus het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, waar ze worden tentoongesteld.
Van de Romeinse munten zijn er 72 gouden aurei en 288 zilveren denarii. Ze dateren van ongeveer 200 v.Chr. tot 47 n.Chr. De meest recente munten in de schat, geslagen in 46-47 n.Chr., dragen het portret van keizer Claudius.
De vondst werd gedaan door Gert-Jan Messelaar en Reinier Koelink in oktober 2023. Ze ontdekten 381 munten. Een tweede opgraving door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed leverde nog eens 23 munten op.
Het gebied waar de munten werden ontdekt was een plek van waaruit de Romeinen zich hadden voorbereid op hun eerste oversteek naar Groot-Brittannië. Nu blijkt dat het ook een gebied was waar de veroverende troepen naar terugkeerden toen ze weer op het vasteland waren. ‘Dit is de eerste keer dat er fysiek bewijs is gevonden van de terugkeer van de troepen. Blijkbaar kwamen ze terug met allerlei dingen. Dat is nieuwe informatie,’ aldus Anton Cruysheer, van de Stichting Landschap en Erfgoed Utrecht.